651.9 C-Fly parameters[//]

C-fly, of conversion-on-the-fly, is de functionaliteit waarmee u bibliografische records kan aanmaken tijdens het uitleenproces. Indien exemplaren die niet in de catalogus beschikbaar zijn aan de uitleenbalie verschijnen, zal het systeem ze als zodanig herkennen en het personeel toestemming geven een “c-fly” record aan te maken.

Indien een exemplaar binnen de uitleen een barcode heeft die niet wordt herkend, zal het systeem de lening toch moeten accepteren. Dit betekent dat een tijdelijk exemplaar moet worden aangemaakt zodat het exemplaar kan worden uitgeleend.

Let op

De parameter is locatiegebonden en geeft aan of C-fly wel of niet is geactiveerd.

Nadat u deze optie gekozen heeft verschijnt een invoerscherm:

Tabblad – Algemeen

C-Fly type: hiermee wordt bepaald wat er in de uitlening aangeboden wordt:

·                Alleen dummy records

-                 Dit betekent dat de Default optie (hieronder) Creëer een record automatisch of Link het object aan een bestaande titel moet zijn.

·                Alleen eenvoudig catalogiseren

-                 Dit betekent dat de Default optie (hieronder) Creëer een record handmatig of Link het object aan een bestaande titel moet zijn

Default optie: maak een keuze uit de dropdown lijst voor de optie die als default wordt aangeboden in AFO 411. Deze keuze is dus afhankelijk van de vorige parameter.

Records toevoegen aan bestand: maak een keuze uit de dropdown lijst aan welke database deze records moeten worden toegevoegd.

Sjabloon voor dummy records: maak een keuze uit de dropdown lijst. Dit is het sjabloon dat het systeem gebruikt in AFO 411 bij de keuze Creëer een record automatisch.

Sjabloon voor eenvoudig catalogiseren records: maak een keuze uit de dropdown lijst. . Dit is het sjabloon dat het systeem de medewerker zal aanbieden in AFO 411 bij de keuze Creëer een record handmatig.

Administratieve beheerder: geef aan naar welke beheerder de exemplaren gestuurd moeten worden na ontvangst in AFO 412.

Bon printen voor administratieve beheerder: als dit is aangevinkt kan er een geleidebon voor de beheerder gegenereerd worden na ontvangst van de exemplaren in AFO 412.

Tabblad – C-Fly object invulformulier

De hier ingevulde defaults worden door het systeem gebruikt om automatisch een exemplaarrecord aan te maken.

Let op

De bibliotheek heeft mogelijkheid om specifieke materiaalsoorten voor c-fly exemplaren aan te maken, zodat zij hier specifieke uitleenregels en parameters aan kunnen toekennen.

Verder kan worden ingesteld of de medewerker deze gegevens dan nog mag wijzigen als het scherm wordt aangeboden in AFO 411.

Let op

In AFO 611 kunnen de bijbehorende permissies voor het personeel worden ingesteld:

·                gebruiker heeft toestemming voor gebruik c-fly

·                gebruiker heeft toestemming voor het aanmaken van een nieuwe bibliografische beschrijving

·                gebruiker heeft toestemming voor het zoeken naar een bestaand bibliografisch record

·                gebruiker heeft toestemming voor het wijzigen van een bestaand bibliografisch record

651.10 Diverse catalogus parameters[//]

Met deze optie kunnen diverse parameters die betrekking hebben op de catalogusmodule worden ingesteld.

Nadat u deze optie gekozen heeft verschijnt een invoerscherm:

Velden van het scherm

Iconen per status: Het is mogelijk om in een lijstpresentatie van bibliografische zoekacties iconen te tonen bij elk record. Voor elke specifieke record status kan een apart icoon gedefinieerd worden.

Te tonen aantal relaties: Relaties kunnen worden behandeld via de record editor: deze parameter bepaalt hoeveel relaties op die manier kunnen worden getoond en beheerd.

De aanbevolen waarde voor deze parameter is 50. U moet erop toezien dat deze waarde op zijn minst hoog genoeg is om op een vlotte manier analytische beschrijvingen te kunnen catalogiseren, als u gebruik maakt van de specifieke daarvoor beschikbare workflow.

Verder kunnen nieuwe relaties sowieso altijd in de record editor worden gecreëerd, ongeacht het aantal relaties dat al aan de beschrijving gekoppeld is (en dus ongeacht de setting van deze parameter).

Standaard zoekmethode: Hiermee bepaalt u wat de default zoekmethode is voor het zoeken naar een authority record binnen de record editor in AFO 111, Catalogiseren. De medewerker kan dan altijd zelf nog een andere zoekmethode kiezen.

Automatisch aanmaken zoekstring voor authority links: als deze optie is aangevinkt zal elke tekst ingevoerd in een subveld dat onder authority control valt default als zoekstring voor de authority zoekactie worden gebruikt.
stel dat u het volgende veld aanmaakt:

100  $a Watson, Frank

        $d 1807-1871

Met de optie hierboven aangevinkt resulteert dat in een Authority zoekactie met als default zoekterm “Watson, Frank 1807-1871”.

Index te gebruiken voor zoeken op Commerciële barcode: hiermee kunt u definiëren welke index gebruikt moet worden voor het zoeken op commerciële barcodes. De default is "Index4" - maar, als de gedefinieerde index (of de default index) niet bestaat, wordt de optie om te zoeken op Commerciële barcodes niet aangeboden in AFO111.
Om de index expliciet te verwijderen van zoekschermen dient u hier de "lege" optie te selecteren voor deze index.

651.11 Open URL parameters[//]

Deze parameters horen bij Vlink. VLink is een zogeheten “OpenURL resolver” of “link generator”. Neem voor meer informatie contact op met Infor.

651.12 Email en SMS parameters[//]

Hier kunt u de parameters instellen voor email configuratie ten behoeve van het verzenden van email of SMS berichten aan gebruikers, alsmede voor het zenden van een bericht wanneer een lener zelf met succes een reservering heeft geplaatst via de WebOPAC. Optioneel kan er ook wat ingesteld worden hiervoor via de WebOPAC Preferences. Algemene berichten (rappels, afhaalberichten, enz.) worden gegenereerd via AFO451/ 452.

Let op

SMS parameters worden via de aparte optie SMS Provider parameters ingesteld (zie sectie 651.15).

Nadat u deze optie gekozen heeft wordt een invulscherm getoond:

Tabblad email

Velden van het scherm

SMTP server: vul hier het adres in van de mailserver die het bericht moet verzenden (verplicht).

SMTP gebruiker: vul hier de gebruikersnaam voor toegang tot de SMTP server in.

SMTP password: vul hier het bijbehorende wachtwoord van de gebruiker in.

Afzender adres: vul hier het emailadres van de afzender (uw bibliotheek) in (verplicht).

Kopie naar: vul hier optioneel een emailadres is waarnaar een kopie van het bericht gestuurd moet worden. Vul meerdere adressen in gescheiden door komma's.

Email werk directory: Email output die wordt gegenereerd door server-based email wordt naar een tijdelijke directory gestuurd voor de mail server. Deze directory is lokaal op de Vubis Server. Deze directory is per default dezelfde als de directory gebruikt voor File./ Record Imports en de upgrade, en is opgeslagen in ^AFO("WINDOWS","UploadDir","ServerSide")=.

Productie van berichten per email toegestaan voor het gehele systeem: Wanneer deze optie is aangevinkt, kan email output gebruikt worden voor het genereren van berichten. Wanneer dit niet is aangevinkt zullen berichten voor een contact methode / email output gewoon worden afgedrukt.

Uitschakelen email in AFO 431: Als deze parameter aangevinkt is, dan zal de e-mail link in het lenersrecord (om op het e-mailadres in het lenersrecord te klikken om direct een e-mail te sturen) niet actief zijn. Het e-mailadres wordt dan alleen als tekst getoond.

Let op

Bestanden zijn in het formaat em####.txt en zijn de inhoud van de email (voorheen verstuurd als bijlagen). Infor zal een script installeren om deze bestanden periodiek te verwijderen uit de directory, omdat ze niet automatisch verwijderd worden.

Tabblad SMS

Velden van het scherm

SMS parameters worden via de aparte optie SMS Provider parametrs ingesteld (zie sectie 651.15).

Met de button Test kunt u een test email (test SMS) genereren. Als verzending mislukt verschijnt er een foutboodschap. Als verzending wel succesvol was verschijnt daarvan een melding op het scherm.

651.13 Systeem datum formaten[//]

Met deze optie kunt u het datum formaat instellen, zoals dit wordt getoond in de WebOpac en voor achtergrondprocessen wanneer het datum formaat van het werkstation niet bekend is. Hier kan opgegeven worden hoe de datum in verkorte en volledige vorm gepresenteerd moet worden in de applicatie. Het is ook bedoeld voor andere datumvelden, die niet intern opgeslagen worden, zoals geboortedatum in het lenersrecord; en het wordt gebruikt voor batch en memory verwerking van rapportages zoals SSP.

Let op

De instelling voor datum formaat in de Parameters van de gebruiker hebben altijd voorrang boven deze instelling. De parameters hieronder zijn de default voor batch processen e.d.

Nadat u deze optie gekozen heeft verschijnt een invulscherm:

Velden van het scherm

Volledige datum formaat: voer hier de notatie in voor de presentatie van het volledige datum formaat.

Verkort datum formaat: voer hier de notatie in voor de presentatie van de datum in verkort formaat:

·                ‘D' wordt gebruikt voor de numerieke Dag aanduiding

·                ‘M' wordt gebruikt om de maand aan te geven. Wanneer 1 of 2 karakters worden ingevuld, dan wordt de maand numeriek weergegeven. Worden meer dan 2 karakters ingevuld, dan wordt de maand in letters weergegeven (hoofdletters of kleine letters)

·                ‘Y' wordt gebruikt om het jaar aan te geven (2 of 4 posities numeriek)

Vervolgens zal het systeem het resultaat van de gekozen notatie in drie talen tonen op het invulscherm.

651.13.1 Flexibele datum formaten[//]

De algemene invoer, display en output (print of email) van datums in V-smart wordt bepaald door de instellingen in de Parameters van de gebruiker, in plaats van een vast formaat DD/MM/YY te gebruiken. Dit maakt het mogelijk regionale instellingen (zoals DD/MMM/YYYY) te gebruiken en consistent te blijven met het werkstation en zijn gebruikers.

De instellingen die het datum formaat bepalen zijn verschillend voor de V-smart omgeving en de WebOpac omgeving.

WebOpac

Aangezien een browser geen toegang heeft tot de instellingen van het Operating System, dient het datum formaat dat wordt gebruikt in de V-smart WebOpac in de applicatie gedefinieerd te worden. Dit wordt gedaan in AFO 651 – Systeem datum formaten.

Deze AFO wordt gebruikt om de invoer- en display datum voor de WebOpac vast te leggen.

Als hier niets gedefinieerd is, wordt het default formaat DD/MM/YY gehanteerd.

V-smart

Het datum formaat dat gebruikt wordt binnen V-smart, dient te worden gedefinieerd in de V-smart Preferences van een gebruiker (via De Parameters button).

Impact:

Het invoeren en tonen van datums kan per regio verschillen en kan anders zijn dan de voorheen vaste Dag/Maand/Jaar instelling binnen geheel V-smart.

Uitzonderingen:

·                Sommige rapportages, zoals de 47X serie statistieken, vereisen nog steeds invoer van datums in specifieke volgorde en maken geen gebruik van flexibele datum formaten.

·                AFO481 – Diversen - SIP2 parameters kan gebruikt worden om specifieke datuminstellingen te definiëren voor SIP2 apparatuur.

·                Er zijn velden in de applicatie die het LANGE datum formaat gebruiken (zoals het technische status gedeelte van Authority / Bib record displays. Aangezien V-smart geen "lange datum"parameter heeft, wordt hiervoor de instelling uit AFO 651 gebruikt. De korte datum notatie (het merendeel van de rest van de applicatie) gebruikt de instellingen uit de preferences van de gebruiker in Vsmart.

Let op

Infor adviseert dat het jaar gedeelte van het datumformaat voor zowel systeeminstellingen als V-smart preferences op 4 posities wordt gezet. Dit is algemeen gebruik in de IT industrie sinds het jaar 2000.

651.14 Record import/export pad[//]

Hier kunt u het pad opgeven gerelateerd aan emport/export via AFO 132. Nadat u deze optie heeft gekozen verschijnt een invoerscherm:

Voer het volledige pad in.

651.15 SMS provider parameters[//]

Deze optie is voor het instellen van parameters gerelateerd aan het verzenden van berichten per SMS.

Neem contact op met Infor voor meer informatie met bretekking to het instellen voor uw specifieke situatie.

SMS berichten kunnen optioneel gebruikt worden voor sommige soorten lenersbreichten. Setup hiervoor wordt gedaan in AFO 483 en bij de Contactmethoden in AFO 616. Berichtenproductie geschiedt op de normale manier (via AFO 451). Bij het genereren van de berichten via AFO 452 worden deze naar een wachtrij gestuurd. Berichten worden pas daadwerkelijk verzonden wanneer u naar AFO 651 – SMS parameters gaat en de optie Start SMS porces kiest.

Nadat u deze optie heeft gekozen verschijnt een overzichtsscherm:

Opties op het scherm

Nieuw parameter: Gebruik deze optie om nieuwe parameters toe te voegen. Zie sectie 651.15.1.

Wijzig parameter: Selecteer een regel en dan deze optie om een bestaande parameter te wijzigen. Zie sectie 651.15.1.

Output: Gebruik deze optie om details van verzonden berichten te bekijken. Zie sectie 651.15.2.

Start SMS proces: Gebruik deze optie om de berichten in de wachtrij (van AFO 452) naar de provider te versturen. Het standaard scherm voor het starten van processen verschijnt.

Verwijderen: Selecteer een regel en dan deze optie om de parameter te verwijderen. Het systeem vraagt om bevestiging.
ReceiverNumber en Message zijn systeem variabelen, ze kunnen niet worden verwijderd.

Test verbinding: Gebruik deze optie om de verbinding te testen. Zie sectie 651.15.3.

651.15.1 Toevoegen / wijzigen parameters[//]

Nadat u de optie Nieuwe parameter of Wijzig parameter heeft gekozen verschijnt een invoerscherm:

SMS providers leveren een lijst met hun benodigde parameters en connectie gegevens die hier toegevoegd moeten worden.

651.15.2 Output[//]

Output: Gebruik deze optie om details van verzonden berichten te bekijken. Er verschijnt een overzichtsscherm:

Dit overzicht toont voor elk verzendproces de datum en tijd alsmede het aantal succesvolle en mislukte pogingen.

Print no.: Selecteer een regel en dan deze optie om berichten van de geselecteerde run te printen. Het standaard scherm voor het genereren van output verschijnt.

651.15.3 Test verbinding[//]

Test connection: Gebruik deze optie om de verbinding te testen. Er verschijnt een invoerscherm:

Voer een mobiel nummer in dat gebruikt kan worden om de parameter instellingen te testen. Het systeem toont een melding of de test al dan niet succesvol was.

651.16 Parameters voor gerelateerde zoekacties[//]

Het is mogelijk vanuit een record in AFO 111 zogenaamde gerelateerde zoekacties te starten. Er wordt een lijst zoekmogelijkheden geboden, gebaseerd op de inhoud van het record. Setup parameters bepalen welke indexen in de lijst voorkomen.

Met deze menu optie kunt u aangeven welke velden/subvelden gebruikt moeten worden voor de indexz zoekacties evenals de default namespace voor het uitvoeren van gerelateerde zoekacties. Er verschijnt een invoerscherm:

Opmerkingen

De getoonde (sub)velden horen bij het formaat van de actuele database.

Voor authorities: wanneer er authority databases gedefinieerd zijn voor gebruik bij performance gegevens (algemene eigenschappen in AFO 651), dan worden alleen koppelingen met deze databases aangeboden als gerelateerde zoekmogelijkheden. Als er geen databases zijn gedefinieerd, dan worden alle authority databases gebruikt.


·                     Document control - Change History

 

Version

Date

Change description

Author

1.0

June 2008

creation

 

2.0

November 2009

Text management removed from menu; textual improvements; new options under Email/SMS parameters, SDI general parameters; new menu options input/output directory and SMS provider parameters
part of 2.0 updates

 

3.0

March 2010

new option for performance data from another namespace; new setup option for related searches
part of 2.0.06 updates

 

4.0

March 2011

new option for automatic item barcodes
part of 2.5 updates